Hanteer jij voor je scriptie of essay de APA-stijl? Dan gebruik je in ieder geval de APA-regels voor bronvermelding. Wist je dat APA daarnaast richtlijnen voor de opmaak van een document heeft, bijvoorbeeld voor de regelafstand en de opmaak van koppen? Het is niet verplicht om deze richtlijnen te volgen, maar ze bieden wel fijne handvatten bij het schrijven van je scriptie. Lees hieronder wat de richtlijnen voor de APA-opmaak zijn.
De regels voor APA-opmaak
-
Zet alle tekst in een prettig leesbaar lettertype, zoals Arial 11, Times New Roman 12 of Georgia 11.
-
Gebruik koppen en subkoppen om je tekst te structureren. Kies voor koppen met niveau 1 voor hoofdstukken en voor koppen met niveau 2-5 voor paragrafen en subparagrafen.
-
Gebruik voor alle tekst dubbele regelafstand (ook voor de koppen).
-
Laat elke eerste zin van een nieuwe alinea voorafgaan door een tab (inspringing). Dat geldt ook voor de eerste alinea onder een kop of tussenkop.
-
Zet op elke pagina een paginanummer.
Stel de marges voor alle zijden van een pagina in op 2,54 centimeter.
We gaan hieronder dieper in op de richtlijnen qua APA-opmaak voor specifieke onderdelen van je tekst.
APA-opmaak koppen
Bij de APA-opmaak kun je vijf niveaus koppen en subkoppen gebruiken. Je gebruikt een koptekst met niveau 1 voor hoofdstukken (zoals “Inleiding” of “Conclusie”). Voor paragrafen gebruik je koppen met niveau 2 tot en met 5. Voor tussenkoppen die vallen onder het hoofdstuk (bijvoorbeeld de kop “Betrouwbaarheid en validiteit” in het methodehoofdstuk), gebruik je een kop met niveau 2. Maak je binnen zo’n paragraaf een nieuwe subparagraaf? Dan krijgt die niveau 3. Zo kun je doorgaan tot niveau 5.
Over het algemeen zien kopjes er volgens de APA 7e editie als volgt uit:
Kop-niveau |
APA-opmaak voor kop (7e editie) |
1 |
Gecentreerde, vetgedrukte kop Hier begint tekst na inspringing met een tab op regel 1. |
2 |
Links uitgelijnde, vetgedrukte kop Hier begint tekst na inspringing met een tab op regel 1. |
3 |
Links uitgelijnde, schuingedrukte en vetgedrukte kop Hier begint tekst na inspringing met een tab op regel 1. |
4 |
Vetgedrukte kop met een tab ervoor en een punt aan het eind van de kop. Hier begint de tekst op dezelfde regel. |
5 |
Vetgedrukte en schuingedrukte kop met een tab ervoor en een punt aan het eind van de kop. Hier begint de tekst op dezelfde regel. |
Koppen opmaken in Word en Google Docs
In Word en Google Docs kun je eenvoudig elke kop de juiste opmaak geven. Hieronder zie je hoe je dat in Word kunt instellen in de taakbalk bovenaan. Als je op ‘Kop 1’ klikt, wordt een tekst direct als kop 1 opgemaakt. Scrol je naar beneden, dan kun je ook klikken op ‘Kop 2’, ‘Kop 3’, etc. De exacte opmaak van deze koppen (qua lettertype, kleur, etc.) kun je overigens zelf aanpassen.
Hieronder zie je hoe je de koppen in Google Docs kunt opmaken. Standaard staat ‘Normale tekst’ aangevinkt, maar je kunt daar dus ook een kopstijl aanklikken (kop 1, 2, 3, etc.).
Opmaak titelpagina APA
Op de titelpagina vermeld je volgens de APA-opmaak in elk geval de volgende informatie:
-
de titel van je scriptie, essay of paper;
-
jouw naam;
-
de naam van je onderwijsintelling;
-
het vak waarvoor je dit document schrijft en de vakcode;
-
de naam van je begeleider;
-
de datum van inleveren.
Lees ons artikel over een APA-titelpagina voor meer handvatten om je titelpagina correct op te maken.
Samenvatting volgens APA-opmaak
Bij de standaard APA-opmaak telt je samenvatting 150-250 woorden. Meestal hoef je alleen bij langere teksten, zoals een scriptie, een samenvatting toe te voegen. De samenvatting krijgt dan een plek op een aparte pagina na het titelblad. Bovenaan deze pagina zet je ‘Abstract’ als titel. De tekst onder deze titel laat je niet inspringen (in tegenstelling tot de andere eerste alinea’s in je scriptiehoofdstukken). Verder is de samenvatting meestal één alinea zonder koppen.
Bij sommige studies is het gebruikelijk om onder de samenvatting een paar relevante keywords te noemen. Vraag bij je opleiding na welke richtlijnen jij hiervoor moet volgen. Als je sleutelwoorden moet opnemen, dan gaat het vaak om drie tot vijf sleutelwoorden passend bij het onderwerp van je scriptie. Die noteer je dan met de volgende opmaak:
[inspringing] Sleutelwoorden met tab: sleutelwoord 1, sleutelwoord 2, sleutelwoord 3, sleutelwoord 4, sleutelwoord 5.
Lees ook ons artikel over abstracts volgens de APA-opmaak voor meer richtlijnen en een voorbeeld.
APA-opmaak inhoudsopgave
Er is geen strak omlijnde APA-opmaak voor de inhoudsopgave. APA geeft alleen een paar algemene richtlijnen voor dit onderdeel van je scriptie. Verder kun je het beste de richtlijnen uit ons artikel voor een inhoudsopgave opvolgen. Daar lees je ook hoe je automatisch een inhoudsopgave kunt maken in Word.
Opmaak literatuurlijst in APA-stijl
Bij de APA-stijl bestaat de bronvermelding uit verwijzingen in de lopende tekst (direct nadat je een bron hebt aangehaald) en een literatuurlijst waarin alle gebruikte bronnen staan. De literatuurlijst staat direct na de hoofdtekst, net voor de bijlagen. Uiteraard gebruik je de standaard APA-richtlijnen voor APA-bronvermelding om de bronnen correct te vermelden. Bekijk ook onze voorbeelden van APA-stijl.
Neem de titel “Literatuurlijst” gecentreerd en vetgedrukt op bovenaan de pagina. Begin de literatuurlijst altijd op een nieuwe pagina. Zet onder die kop alle gebruikte bronnen in alfabetische volgorde.
Je hoeft niet in te springen bij de eerste regel van een bronvermelding. Je springt wel in bij elke tweede regel en bij daaropvolgende regels van dezelfde bron. Als een bronvermelding meerdere regels in beslag neemt, lijn je de eerste regel dus gewoon links uit. De daaropvolgende regels laat je voorafgaan door inspringing met 1 tab.
Tip: laat automatisch bronnen in APA-stijl genereren
Wil je voorkomen dat er per ongeluk een foutje tussendoor glipt in de bronvermeldingen in je literatuurlijst? Gebruik dan de gratis APA-generator van AthenaCheck. Daarin vul je de benodigde informatie over jouw bronnen in en krijg je vervolgens automatisch de juiste bronnotering. Zo weet je zeker dat de bron correct in jouw literatuurlijst staat.
APA-opmaak tabellen en figuren
Voor tabellen en figuren zijn dit de belangrijkste opmaakrichtlijnen vanuit APA:
-
Zet in vetgedrukte letters het woord “Tabel” of “Figuur” boven de tabel of het figuur. Voeg daar ook het tabel- of figuurnummer aan toe.
-
Noteer daaronder de titel van de tabel in schuingedrukte letters.
-
Maak bij een tabel alleen de horizontale lijnen zichtbaar, niet de verticale lijnen.
-
Gebruik zo min mogelijk horizontale lijnen.
-
Houd de tekst in de tabel zo beknopt mogelijk.
-
Maak een figuur zo eenvoudig mogelijk en gebruik labels en eventueel een legenda.
-
Werk liever niet met kleur in tabellen en figuren.
Lees ook ons uitgebreide artikel over de APA-opmaak voor tabellen en figuren.
Bijlagen in APA-opmaak
In de APA-opmaak zet je de bijlagen ieder op een aparte pagina na de literatuurlijst. Zet boven elke bijlage de sectietitel “Bijlage + [bijlagenummer]”. De exacte opmaak hangt af van het type bijlage. Is jouw bijlage bijvoorbeeld een uitdraai van SPSS-statistieken? Dan gebruik je daarbij gewoon de SPSS-opmaak. Is je bijlage een enquête? Ook dan houd je vaak de originele opmaak aan. Lees ook ons artikel over bijlagen volgens de APA-stijl.
Regelafstand APA
Verder is het bij de APA-opmaak belangrijk dat je altijd dubbele regelafstand gebruikt. Dit doe je voor alle tekst en ook voor de koppen. Dubbele regelafstand leest namelijk prettiger dan als de tekst dicht op elkaar staat.
Jouw scriptie laten nakijken?
Heb je de opmaak eenmaal helemaal goed gezet? Dan wil je natuurlijk ook dat de tekst en de bronnen in je scriptie er piekfijn uitzien. Twijfel je aan je taal en spelling? Wil je er zeker van zijn dat jouw bronvermelding 100% correct is? Laat dan je scriptie nakijken door de AthenaCheck-editors. Bekijk onze Taalcheck, Plagiaatcheck en Bronnencheck en ontdek hoe we jou kunnen helpen. Al binnen 24 uur!