Bronvermelding voor wetten en regelingen volgens de Leidraad voor Juridische Auteurs

In juridische scripties of essays zal je regelmatig wetten of regelingen aanhalen. Hoe zit het in zo’n geval met de bronvermelding? Je neemt deze wetten en regelingen nooit op in de literatuurlijst en meestal ook niet in een voetnoot. Soms is het wel nodig om de wetten en regelingen in een voetnoot te zetten. Hoe dat exact werkt? Daarover gaat dit artikel.

Wetten en regelingen bij de Leidraad voor Juridische Auteurs

Wetten en regelingen hoef je bij de Leidraad voor Juridische Auteurs nooit in de literatuurlijst te vermelden. Hetzelfde geldt voor jurisprudentie. Soms neem je wetten en regelingen wel op in een aparte lijst met wet- en regelgeving. Dit verschilt per onderwijsinstelling, dus volg hiervoor de richtlijnen van jouw onderwijsinstelling op.

Een bronvermelding in een voetnoot is bij wet- of regelgeving soms wel en soms niet nodig. Dit hangt af van het type regeling, de mensen die de tekst lezen en waar je tekst over gaat. Algemeen bekende regelingen hoef je niet in een voetnoot te vermelden.

Hoe verwijs je naar regelingen?

Naar regelingen verwijs je, als een verwijzing nodig is, met een verkorte bronvermelding. Regelingen hebben van zichzelf vaak een lange naam. De titel die je gebruikt voor de bronvermelding is een kortere versie daarvan. Dit noem je een “citeertitel”. Meestal kun je in het slotartikel van de regeling de citeertitel terugvinden.

Bij regelingen met een citeertitel hoef je geen datum en plaats te noemen en ook niet het blad waarin de regeling is gepubliceerd. Zo’n verwijzing naar een regeling met citeertitel in de lopende tekst (een voetnoot is niet nodig) ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Uit artikel 2:5 van de Omgevingswet blijkt dat…

Alleen als een regeling met citeertitel nieuw is, neem je wel de verkorte titel van het blad en het jaartal en nummer van publicatie op (in de lopende tekst). De plaats en datum laat je nog steeds weg.

Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Besluit activiteiten leefomgeving (Stb. 2022, 106).

Bij regelingen waarvoor geen citeertitel bestaat, noem je de datum waarop de regeling tot stand is gekomen, met daarna tussen haakjes de titel van het blad waarin de regeling staat en de datum en het nummer. Een voorbeeld van zo’n verwijzing is als volgt:

Artikel 9 van de wet van 6 juni 2023 (Stb. 2023, 63).

Verwijzingen bij wetsartikelen en leden of onderdelen daarvan

Verwijs je naar een artikel van een wet of een lid of onderdeel daarvan? Dan zijn vanuit de Leidraad voor Juridische Auteurs zowel verkorte verwijzingen als volledige verwijzingen toegestaan. Wees hierin wel consequent: verwijs steeds op dezelfde manier naar dit type bron.

In voetnoten verwijs je meestal verkort naar artikelen of leden of onderdelen daarvan. Maak in dat geval je verwijzing zo kort mogelijk door lidwoorden weg te laten en reguliere afkortingen (zoals BW voor Burgerlijk Wetboek) te gebruiken.

Wil je jouw bronnen laten dubbelchecken?

Bij bronvermeldingen glipt een foutje er zo tussendoor. Wil je zeker weten dat jij alle bronnen correct hebt vermeld volgens de regels in de Leidraad voor Juridische Auteurs? Daar helpen onze editors je graag bij! Zij kunnen, al vanaf € 2 per bron, je complete literatuurlijst en voetnoten voor je nakijken. Zo weet je zeker dat je goed zit.