Met koppen orden je de informatie in je scriptie of essay en maak je jouw tekst makkelijker leesbaar. Koppen geven aan de lezer aan waar welke informatie te vinden is. Als je de APA-stijl voor de opmaak hanteert, moet je waarschijnlijk ook koppen en subkoppen volgens de APA-richtlijnen opmaken. Wat zijn de precieze regels daarvoor? We zetten het in dit artikel voor je op een rij.
Let op: dat je APA als bronvermeldingsstijl gebruikt, betekent niet automatisch dat je koppen ook volgens de APA-stijl moet opmaken. Dubbelcheck dit bij je begeleider en volg altijd de richtlijnen van jouw onderwijsinstelling. Veel opleidingsinstellingen hebben hier hun eigen richtlijnen voor en vragen je bijvoorbeeld om hoofdstukken en paragrafen wel te nummeren.
Wat is de opmaak van APA-koppen?
We maken onderscheid tussen koppen en subkoppen. Een kop is de hoofdstuktitel. Subkoppen zijn de tussenkoppen die daaronder vallen. In APA-stijl maken we onderscheid tussen vijf niveaus koppen. Voor ieder kopniveau geldt een andere opmaak. Die opmaak ziet er per niveau als volgt uit:
|
Kopniveau |
APA-format (volgens APA 7e editie) |
|
1 |
Gecentreerde en vetgedrukte kop Tekst begint op de volgende regel (na een inspringing op regel 1). |
|
2 |
Links uitgelijnde en vetgedrukte kop Tekst begint op de volgende regel (na een inspringing op regel 1). |
|
3 |
Links uitgelijnde, schuingedrukte en vetgedrukte kop Tekst begint op de volgende regel (na een inspringing op regel 1). |
|
4 |
Links uitgelijnde en vetgedrukte kop na inspringing. Tekst begint na punt op dezelfde regel. |
|
5 |
Links uitgelijnde, vetgedrukte en schuingedrukte kop na inspringing. Tekst begint na punt op dezelfde regel. |
Niet in iedere tekst zal je elk van die vijf kopniveaus gebruiken. Het kan bijvoorbeeld goed zijn dat je in het methodehoofdstuk wel tot kopniveau 4 gaat, maar in het hoofdstuk met de conclusies alleen koppen op niveau 1 en 2 hebt.
Wat is de juiste opmaak voor APA-koppen?
In ons artikel over de opmaak in APA-stijl kun je al kort iets lezen over de juiste APA-opmaak van koppen. Belangrijke richtlijnen voor APA-koppen zijn als volgt:
-
Gebruik altijd dubbele regelafstand, zowel voor de koppen als voor de lopende tekst.
-
Zet de koppen en de tekst zelf in hetzelfde lettertype. Gebruik bijvoorbeeld voor alle tekst Calibri 11 of Times New Roman 12.
-
Geef de koppen geen nummers.
-
Zet geen extra witregel boven of onder een kop.
-
Zorg er altijd voor dat je minimaal twee koppen van één niveau hebt. Neem je maar één kop op niveau 2 op onder een hoofdstuktitel? Dan kun je die tussenkop beter weglaten.
Hoe zit het met sectielabels?
Naast koppen en tussenkoppen zie je bij de APA-stijl ook vaak sectielabels. Dat zijn labels die je op een aparte regel op een nieuwe pagina zet voor specifieke onderdelen van je scriptie of essay. Dat doe je voor de volgende secties:
-
de samenvatting;
-
de titel van je tekst;
-
de literatuurlijst;
-
de bijlagen;
-
een eventuele beschrijving van alle voetnoten.
De sectielabels zet je bovenaan een nieuwe pagina en maak je vetgedrukt. Je plaatst ze gecentreerd op de pagina.
Gebruik automatische kopstijlen
Wil je het jezelf makkelijker maken met de opmaak van APA-koppen en -subkoppen? Gebruik dan de automatische kopstijlen. Zowel in Word als in Google Docs kun je deze kopstijlen terugvinden. Je moet hiervoor de eerste keer de standaard kopstijlen aanpassen naar de juiste APA-opmaak. Zodra je dat hebt gedaan, kun je steeds met één druk op de knop koppen en subkoppen in de juiste stijl zetten.
Hieronder zie je waar je de opmaak van koppen in Word kunt selecteren en aanpassen (in de taakbalk onder ‘Bestand’):
In Google Docs doe je dat via het volgende drop-downmenu:
Meer artikelen over APA-opmaak lezen?
De APA-stijl heeft niet alleen richtlijnen voor de bronvermelding, maar ook voor de opmaak van je scriptie of essay. Om je daarbij te helpen, hebben we nog meer artikelen over de APA-opmaak op onze site staan.
Lees bijvoorbeeld op onze site ook hoe je de volgende typen teksten in APA-stijl opmaakt: