Een gestratificeerde steekproef is een manier om een aselecte steekproef te trekken. Je deelt de onderzoekspopulatie op in vergelijkbare groepen. Daarvoor stel je bijvoorbeeld een groep samen met mensen uit je populatie die in woonplaats A wonen, een groep mensen uit woonplaats B, etc. Vervolgens trek je uit elk van die groepen een aantal mensen. Zo kom je tot een steekproef. Lees hieronder wat een gestratificeerde steekproef inhoudt en hoe het trekken van zo’n steekproef werkt.
Wat is een gestratificeerde steekproef?
Een gestratificeerde steekproef is een steekproef die je trekt door de onderzoekspopulatie eerst in homogene groepen te verdelen op basis van kenmerken als woonplaats, opleidingsniveau of gender. Vervolgens trek je uit elk van die groepen een bepaald aantal mensen om tot jouw steekproef te behoren. Een gestratificeerde steekproef is één van de manieren om een aselecte steekproef te trekken.
Als je mensen trekt uit die groepen (ook wel “strata” genoemd), doe je dat volgens een andere aselecte steekproefmethode. Vaak gebruik je hiervoor een enkelvoudige aselecte steekproef of een geclusterde steekproef.
Wanneer gebruik je een gestratificeerde steekproef?
Een gestratificeerde steekproef is in het bijzonder geschikt als jouw populatie gevarieerd is wat betreft bepaalde kenmerken en als je wilt dat elk van die kenmerken goed vertegenwoordigd is in de steekproef. Het is hierbij belangrijk dat iedereen maar in één groep past wat betreft dat kenmerk.
Verder is dit type steekproef vooral relevant als je denkt dat specifieke kenmerken invloed hebben op de variabelen die je onderzoekt. Je gebruikt een gestratificeerde steekproef bijvoorbeeld als je verschillende resultaten verwacht voor verschillende regio’s of voor mensen met diverse opleidingsniveaus.
Voorbeeld
Stel: jij doet onderzoek onder huisartsen in heel Nederland. De meeste huisartsen die op jouw lijst van de populatie staan komen uit de Randstad, maar je wilt dat je onderzoek een afspiegeling is van huisartsen uit het hele land. Dan kun je de huisartsen verdelen over strata op basis van woonplaats. Daarbij vormen bijvoorbeeld alle huisartsen uit Groningen één stratum, net als alle huisartsen uit de provincie Utrecht.
Door vervolgens uit alle strata vijf huisartsen te trekken, weet je zeker dat elke regio in Nederland goed vertegenwoordigd is in jouw steekproef.
Voordelen gestratificeerde steekproef
De keuze voor een gestratificeerde steekproef heeft een aantal voordelen boven andere steekproefmethodes:
-
Je weet zeker dat je steekproef de diversiteit in de populatie goed laat zien.
-
Je hebt de zekerheid dat je een even groot aantal deelnemers uit de verschillende groepen hebt (bijvoorbeeld evenveel huisartsen uit de provincie Groningen als huisartsen uit de provincie Utrecht).
-
Je kunt eventueel verschillende vormen van dataverzameling combineren voor de verschillende subgroepen.
Hoe stel je een gestratificeerde steekproef samen?
Het samenstellen van een gestratificeerde steekproef doe je als volgt:
-
Stel je onderzoekspopulatie vast. Bepaal onder welke groep mensen je onderzoek gaat doen en baken je populatie goed af. Voorbeelden van populaties zijn ‘alle huisartsen in Nederland’, ‘alle eerstejaars rechtenstudenten aan de Radboud Universiteit’ of ‘alle medewerkers van het bedrijf Nestlé in Nederland’.
-
Bepaal hoe je de subgroepen gaat definiëren. Naar welk kenmerk of kenmerken ga je daarvoor kijken? Denk aan opleidingsniveau, regio, gender of type functie. Het is belangrijk dat ieder lid van de populatie maar in één subgroep past.
-
Deel de populatie in strata in. Maak een lijst van alle mensen uit de populatie en deel elk lid van de populatie in een stratum in.
-
Stel vast hoeveel mensen je uit alle strata gaat trekken. Hiervoor moet je eerst weten of je een proportionele steekproef trekt (uit elk stratum trek je evenveel mensen) of een disproportionele steekproef (uit grotere subgroepen trek je meer mensen). Stel: jij onderzoekt huisartsen in Nederland. Dan is het bijvoorbeeld logisch als je meer huisartsen uit de Randstad dan uit Drenthe in je steekproef meeneemt, omdat er ook meer huisartsen in de Randstad gevestigd zijn dan in Drenthe.
-
Bepaal de totale steekproefgrootte. Hiervoor moet je kijken naar het vereiste betrouwbaarheidsniveau (vaak 95%) en de vereiste foutmarge (vaak 5%). Zo kun je bepalen hoe groot de totale steekproef moet zijn.
-
Trek uit elk stratum een aselecte steekproef. Dat kun je bijvoorbeeld doen met een enkelvoudige aselecte steekproef, een geclusterde steekproef of een systematische steekproef. Je weet dan zeker dat ook de selectie binnen de strata willekeurig is. Dat zorgt voor een hogere validiteit van de onderzoeksresultaten.
Meer weten over onderzoek doen en steekproeven?
Een steekproef trekken is één van de belangrijkste stappen bij onderzoek doen. In onze kennisbank helpen we je met diverse artikelen op weg om je onderzoek goed aan te pakken. Lees bijvoorbeeld ook onze artikelen over deze onderwerpen: