Afkortingen Leidraad voor Juridische Auteurs

De richtlijnen

Zowel in de lopende tekst als in voetnoten kom je regelmatig afkortingen tegen. Volgens de Leidraad voor Juridische Auteurs is het soms wel en soms juist niet de bedoeling om afkortingen te gebruiken in je scriptie of essay. Wat zijn daar precies de richtlijnen voor? We zetten het op een rij.

Richtlijnen voor afkortingen bij de Leidraad voor Juridische Auteurs

De algemene richtlijn bij de Leidraad voor Juridische Auteurs is om in de lopende tekst zo min mogelijk afkortingen te gebruiken. Op die manier houd je de tekst beter leesbaar. Alleen afkortingen die bij de meeste lezers bekend zijn, gebruik je in de tekst.

In de voetnoten zit dit anders. Omdat je daarin een verkorte verwijzing opneemt, gebruik je in voetnoten waar mogelijk altijd afkortingen. Daarmee houd je de voetnoten beknopt.

Verwijs je naar de naam van een tijdschrift? Dan gebruik je altijd de afkorting. Dat doe je dus zowel in de voetnoot als in de literatuurlijst.

Wanneer gebruik je wel afkortingen in de lopende tekst?

Bij de Leidraad voor Juridische Auteurs schrijf je in principe afkortingen dus altijd uit in de lopende tekst. In de lopende tekst gebruik je in een paar situaties wel de afkorting in plaats van de uitgeschreven vorm.

Dat geldt in deze situaties:

  • als de afkorting gebruikelijk is in de Nederlandse taal (bijvoorbeeld ‘cv’ voor ‘curriculum vitae’, ‘e.d.’ voor ‘en dergelijke’ en ‘resp.’ voor ‘respectievelijk’);
  • als de afkorting in spreektaal zo wordt gebruikt (bijvoorbeeld BW voor Burgerlijk Wetboek);
  • als de naam van een organisatie van zichzelf een afkorting is (het bedrijf KPN staat bijvoorbeeld bekend als KPN, niet als Koninklijke PTT Nederland N.V.);
  • als het gaat om een lange term die niet prettig leest wanneer je deze vaak herhaalt (bijvoorbeeld de afkorting ‘KvK’ in plaats van vaak naar de Kamer van Koophandel verwijzen).

In het laatste geval is het wel belangrijk om de afkorting te introduceren. Je gebruikt dan eerst één keer de volledige term met de afkorting tussen haakjes. Vanaf dat moment gebruik je consequent de afkorting. Dit geldt overigens niet voor gebruikelijke afkortingen, zoals ‘art.’ voor ‘artikel’ of ‘cv’ voor ‘curriculum vitae’. Die afkortingen hoef je niet te introduceren.
De introductie van een afkorting ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:

De Kamer van Koophandel (KvK) bestaat sinds 1829 en heeft als belangrijkste taak om het Handelsregister bij te houden. Ondernemers schrijven zich via de KvK bij het Handelsregister in zodra zij een onderneming starten.

Belangrijke afkortingen bij de Leidraad voor Juridische Auteurs

In de Juridische Leidraad vind je een lijst met belangrijke afkortingen. Deze lijst, die te vinden is in paragraaf 6.6 van de Leidraad, kun je raadplegen als je twijfelt hoe je een bepaalde afkorting schrijft.

Diverse veelvoorkomende afkortingen op deze lijst zijn als volgt:

  • A-G = advocaat-generaal
  • art. = artikel(en)
  • Burgerlijk Wetboek = BW
  • Gw = Grondwet
  • jaargang = jrg.
  • m.nt. = met noot
  • officier van justitie = OvJ
  • p. = pagina
  • par. = paragraaf of paragraven
  • RvS = Raad van State
  • Stb. = Staatsblad

Jouw scriptie laten nakijken?

Wil je zeker weten dat je scriptie geen fouten in afkortingen, taalgebruik of zinsformuleringen bevat? Laat dan je scriptie nakijken door de editors van AthenaCheck. Zij hebben veel ervaring met juridische scripties en essays en zorgen ervoor dat jij je scriptie foutloos kunt inleveren.