Observaties voor je scriptie

Uitleg soorten observatie

Data verzamelen voor je scriptieonderzoek kun je op allerlei manieren doen. Observaties zijn één van die manieren. Dit houdt in dat je het gedrag van mensen of dieren in een bepaalde situatie observeert. In je scriptie beschrijf je wat je hebt geobserveerd en welke patronen je daarin herkent. Op basis daarvan beantwoord je de onderzoeksvraag. We vertellen je in dit artikel meer over observaties voor je scriptie. Welke manieren van observeren bestaan er?

Welke vormen van observaties voor je scriptie bestaan er?

Als je met observaties werkt voor je scriptie, kun je kiezen tussen verschillende typen observaties. De keuze is bepalend voor het type data dat je krijgt en voor de betrouwbaarheid en validiteit ervan. 

Participerende vs. niet-participerende observaties

Het belangrijkste onderscheid is tussen participerende en niet-participerende observatie. In het eerste geval neem je zelf deel aan de situatie die je observeert. In het tweede geval observeer je de situatie niet als deelnemer, maar als onderzoeker. Je observeert dan vanaf de zijlijn. 

Het voordeel van participerende observatie is dat je diepgaander inzicht krijgt in bepaald gedrag of patronen. Mensen uit de populatie kunnen je wellicht dingen vertellen die je anders niet te weten was gekomen. Aan de andere kant kost het wel veel tijd om een vertrouwensband met de groep te creëren zodat zij bereid zijn om die informatie met je te delen. 

Een niet-participerende methode is minder tijdrovend. Ook loop je bij niet-participerende observaties minder kans dat je onbewust jouw beeld van het gedrag beïnvloedt of het gedrag dat je observeert stuurt met je deelname.

Houd verder rekening met de ethische aspecten van participerende observaties voor je scriptie. Het is bijvoorbeeld niet altijd ethisch verantwoord om deel te nemen aan een groep zonder dat de groepsleden weten dat jij in werkelijkheid een onderzoeker bent. Stel: jij onderzoekt een groep hangjongeren en mengt je in die groep in om te doen alsof je je één voelt met de rest. Zij kunnen zich dan later beschadigd voelen in hun vertrouwen als blijkt dat jij eigenlijk een onderzoeker was.

Gestructureerde vs. ongestructureerde observaties

Daarnaast kun je onderscheid maken tussen gestructureerde en ongestructureerde observaties. 

Bij gestructureerde observatie volg je vooraf opgestelde regels voor de observaties. Dat maakt het uiteindelijk eenvoudiger om de observaties te categoriseren. Deze vorm van observeren gebruik je meestal als het probleem dat je onderzoekt al heel helder is. Je kunt met de gestructureerde observaties dan de hypothesen toetsen. De vaste structuur draagt bij aan de betrouwbaarheid van je onderzoeksresultaten. 

Bij ongestructureerde observaties beschrijf je het gedrag dat je observeert in zoveel mogelijk detail zonder een strak schema. Je verzamelt vooral veel diverse gegevens over het fenomeen dat je onderzoekt. Deze manier van observeren is meestal passend als het probleem nog niet volkomen helder is of als je eerst tot concrete hypothesen wilt komen. Je gebruikt deze observatiemethode dan ook vooral als aanzet voor verder onderzoek. De observaties zijn op zichzelf niet voldoende om conclusies te trekken. Dat is dan ook een mogelijk nadeel van deze methode van observaties voor je scriptie.

Wanneer zijn observaties voor je scriptie een goede dataverzamelingsmethode?

Er bestaan allerlei onderzoeksmethoden die je kunt gebruiken om data te verzamelen. Denk aan observaties, interviews, enquêtes of een experiment. Observaties zijn voor je scriptie een goede manier van dataverzameling in onder andere deze gevallen:

  • Er is nog weinig bekend over het fenomeen dat je wilt onderzoeken. Dit houdt vaak in dat je inductief onderzoek doet (bijvoorbeeld op basis van Grounded Theory).

  • De kans op sociaal wenselijke antwoorden of antwoorden die niet kloppen met de werkelijkheid is groot bij o.a. interviews en enquêtes. Observaties geven je een beter beeld van de werkelijkheid. Dit geldt bijvoorbeeld als je problematisch gedrag in een klas in kaart wilt brengen. De kans is klein dat leerlingen daar in een enquête open en eerlijk over zullen zijn. 

  • Je stelt een hoe- of wat-vraag en wilt dus in de breedte zicht krijgen op een fenomeen of op bepaald gedrag waar nog niet veel over bekend is. 

  • Je wilt vooronderzoek doen om bijvoorbeeld tot een hypothese of probleemstelling te komen.

Hoe beschrijf je observaties in je scriptie?

Als je observaties gebruikt om tot een antwoord op je onderzoeksvraag te komen, geef je in het methodehoofdstuk aan hoe je de observaties hebt gedaan. Beschrijf bijvoorbeeld wie je hebt geobserveerd, hoe je je als onderzoeker hebt opgesteld bij de observaties en waarom je bepaalde methodische keuzes hebt gemaakt. 

Verder beschrijf je in het resultatenhoofdstuk de resultaten van het onderzoek. In de conclusie beantwoord je de hoofdvraag aan de hand van de belangrijkste patronen in de observaties. Als je op beperkingen bij je onderzoek bent gestuit, benoem je die in het discussiehoofdstuk. Verder kun je in de bijlage een volledig observatieverslag opnemen.