Titelpagina in APA-stijl

De APA-stijl ken je waarschijnlijk als een stijl van bronvermelding. APA-stijl heeft echter ook richtlijnen voor de opmaak, bijvoorbeeld de opmaak van het titelblad voor je scriptie, paper of essay. Houd jij de APA-opmaak aan voor je document? Dan zijn dit de richtlijnen waar je voor de titelpagina rekening mee moet houden.
 

Als je de APA-opmaak hanteert, dan moet je de volgende informatie op je titelpagina vermelden:

• de titel van het document;

• jouw naam (en eventueel die van medestudenten met wie je samenwerkt);

• de naam van je onderwijsinstelling (en soms ook de faculteit);

• het vak en de naam van je begeleider(s);

• de datum waarop je het document inlevert.

De titel van je document moet informatief en kort en krachtig zijn. Verwerk in de titel belangrijke sleutelwoorden en probeer je titel specifiek te maken, zodat in één oogopslag duidelijk is voor de lezer waar het document over gaat. 

Daarnaast zijn dit richtlijnen voor de opmaak van je titel:

• Zet de titel drie of vier regels onder de bovenkant van de tekst.

• Zet de titel in het midden van de pagina en maak deze vetgedrukt.

• Begin het eerste woord van de titel en alle kernwoorden met een hoofdletter. Dat zijn alle woorden die geen lidwoorden of voorzetsels zijn.

Verder zet je jouw naam en eventueel die van medestudenten (als jullie het document samen hebben geschreven) op de titelpagina. Noem hierbij je volledige naam, dus je voor- en achternaam en eventuele overige initialen. Je hoeft hier geen titels (zoals ‘dr.’ of ‘MA’) bij te vermelden.

Heb je met meerdere mensen aan het document gewerkt? Zet dan de namen van alle auteurs op de titelpagina. Zet tussen twee auteurs het woord ‘en’ om de namen van elkaar te scheiden. Zijn er meer dan twee auteurs? Gebruik dan alleen het woord ‘en’ tussen de laatste twee auteurs uit het rijtje. Scheid de namen van de andere auteurs van elkaar met komma’s. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Jan E. De Vries, Wyke Linden, Mohammed E.K. Duwan en Sam L.M. Kaatsma

Verder noem je de onderwijsinstelling waarvoor je dit document hebt geschreven. Deze zet je onder je naam. Eventueel zet je de naam van je faculteit hier ook bij. Deze schrijf je volgens de officiële schrijfwijze van je onderwijsinstelling. Vaak schrijf je de faculteit officieel met hoofdletters, zoals bij ‘Faculteit der Geesteswetenschappen’.

Onder de naam van je onderwijsinstelling noem je de naam van het vak (en eventueel de vakcode) waarvoor je dit document hebt geschreven. Zet daarnaast op aparte regels de naam van je begeleider en de datum waarop je het document inlevert.
 

Gebruik op de titelpagina in APA-stijl, net als in de rest van het document, dubbele regelafstand. Verder gebruik je soms, maar niet altijd, een afbeelding op de titelpagina. Vaak heb je hier vanuit het vak richtlijnen voor gekregen. Informeer anders je begeleider hiernaar. Vermeld, als je een afbeelding op de titelpagina gebruikt, altijd de bron ervan in de literatuurlijst en in een voetnoot (meestal op de pagina na de titelpagina).

Verder zet je in de rechterbovenhoek een paginanummer. Je hoeft geen running head (dus een standaard paginakoptekst die op elke pagina staat) te gebruiken op een APA-titelpagina. 

Maak jij je document op volgens de richtlijnen van de APA-opmaak? Lees dan ook onze andere artikelen over de APA-opmaakstijl. Zo hebben we ook artikelen over deze onderwerpen in onze kennisbank staan:

• inhoudsopgave in APA-opmaak;

• abstract in APA-opmaak;

• koppen en subkoppen in APA-opmaak;

• bijlagen volgens APA-opmaak;

• tabellen en figuren volgens APA-opmaak.