In principe schrijf je woorden als ‘bijvoorbeeld’, ‘onder andere’ en ‘en dergelijke’ uit in je scriptie. Je kiest dus niet voor afkortingen als ‘bijv.’ en ‘o.a.’. Er zijn echter situaties denkbaar waarin je wél een afkorting gebruikt. Dat kan bijvoorbeeld zijn als je een lange bedrijfsnaam vaak herhaalt of als je met een afkorting veel tekstruimte bespaart. Hoe gebruik je afkortingen bij APA precies en wanneer zijn afkortingen wel en wanneer zijn ze niet toegestaan? Je leest het hieronder.
Wanneer kies je voor afkortingen bij APA?
Over het algemeen vermijd je het gebruik van afkortingen in je scriptie of paper. Het is bijvoorbeeld de bedoeling dat je ‘onder andere’ uitschrijft en dus niet ‘o.a.’ gebruikt. Dit past bij de academische schrijfstijl, waarbij het belangrijk is om spreektaal te vermijden. Er zijn echter ook situaties waarin je wel voor afkortingen kiest volgens de APA-richtlijnen. Dat geldt in deze gevallen:
-
als het gaat om een gebruikelijke afkorting die veel lezers herkennen (zoals ‘cv’, ‘aids’ en ‘EQ’);
-
als het veel ruimte en herhaling scheelt wanneer je een afkorting gebruikt (zoals wanneer je Kamer van Koophandel afkort tot ‘KvK’ of wanneer je structureel naar het lange woord ‘User Experience’ verwijst met ‘UX’);
-
als de afkorting de gebruikelijke verwijzing is naar een organisatie of fenomeen (zoals bij ‘KPN’ of ‘HEMA’);
-
als je statistische aanduidingen gebruikt in combinatie met numerieke waarden (zoals ‘SD = 1.50’, waarbij ‘SD’ staat voor ‘standaarddeviatie’).
Hoe gebruik je afkortingen volgens APA-stijl?
Als je de APA-stijl gebruikt voor je scriptie, dan is het belangrijk om afkortingen eerst te introduceren. Dat geldt niet voor woorden als ‘cv’ en ‘EQ’, die algemeen ingeburgerd zijn. Die woorden hoef je niet te introduceren. Het geldt wel als je afkortingen gebruikt om ruimte te besparen of als je bijvoorbeeld een lange bedrijfsnaam afkort.
De eerste keer dat je het woord noemt, schrijf je dit volledig uit. Je zet de afkorting achter het woord tussen haakjes. Vanaf dat moment gebruik je consequent de afkorting. Let op: in de titel van je scriptie, in tussenkoppen en in de hoofdvraag en bij deelvragen schrijf je de afkorting wel volledig uit.
Gebruik in afkortingen geen punten of spaties, behalve als het om een eigennaam gaat of om een afkorting als ‘ed.’ (‘editie’) in bronvermeldingen.
Afkortingen volgens APA in de bronvermelding
In een literatuurlijst en in verwijzingen in voetnoten zie je wel vaak afkortingen. Dit helpt om de verwijzingen kort te houden. Zo verwijs je naar auteurs altijd met de initialen en achternaam, niet met alle voornamen en de achternaam.
Dit zijn nog meer veelvoorkomende afkortingen voor de bronvermelding:
-
ed. = editie
-
Herz. ed. = herziene editie
-
Nr. = nummer
-
p. of pp. = pagina’s
-
Red. = redacteur
-
Reds. = redacteurs
-
Vert. = vertaler
-
Vol. = volume
-
z.d. = zonder datum
Overigens hoef je niet zelf je hoofd te breken over afkortingen bij APA in de literatuurlijst. Gebruik onze APA-generator om voor elke bron automatisch de juiste bronvermelding te krijgen. Je hoeft dan alleen enkele gegevens in te vullen en krijgt dan direct de juiste vermelding voor de bron.
Meer lezen over afkortingen in je scriptie?
We schreven ook een apart artikel met alle regels rondom afkortingen in scripties. Daarin lees je nog meer over de regels die voor het gebruik van afkortingen gelden. Ook hebben we een algemeen artikel over de APA-stijl en de APA-opmaak. Daarin vind je nog meer informatie over hoe je APA correct toepast in je scriptie.