In je scriptie gebruik je diverse bronnen. Hierbij maken we onderscheid tussen primaire en secundaire bronnen. Oftewel: originele bronnen en bronnen die verwijzen naar een originele bron. Hoe zit dat precies? Kun je zowel primaire als secundaire bronnen gebruiken voor je scriptie? Hoe weet je zeker dat een bron betrouwbaar is? We leggen het je uit aan de hand van voorbeelden.
Wat zijn primaire en secundaire bronnen?
Primaire bronnen zijn oorspronkelijke bronnen. Dit betekent dat je door de ogen van de onderzoeker, een ervaringsdeskundige of een getuige zelf naar een bepaald onderzoek, een situatie of een ervaring kijkt. Dat is bijvoorbeeld het geval in onderzoeksartikelen. De onderzoeker wijdt dan uit over het zelf verrichte onderzoek en trekt op basis daarvan conclusies.
Secundaire bronnen zijn bronnen die onderzoek, bevindingen, ervaringen of creaties van anderen bespreken. Hierin wordt dus een primaire bron geïnterpreteerd of geanalyseerd. Deze bronnen staan verder van het onderzochte onderwerp af. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar onderzoek dat is verricht door anderen en geven daar een beknopte samenvatting van. Voorbeelden van secundaire bronnen zijn literatuuronderzoek (waarin diverse bronnen worden besproken) of een documentaire.
Welke bronnen zijn bruikbaar voor je scriptie?
We raden aan om voor je scriptie met name primaire bronnen te gebruiken. Deze zijn het meest betrouwbaar. Je baseert je dan namelijk op de oorspronkelijke bron en de interpretatie van de onderzoeker zelf daarvan. Als je een secundaire bron gebruikt, bestaat de kans dat jij een onjuiste interpretatie van de primaire bron overneemt voor je scriptie.
Voorbeelden primaire bron
Bij primaire bronnen gaat het erom dat je de directe resultaten, interpretaties of verslagen leest in plaats van informatie die daarover gaat. Primaire bronnen zijn niet door mensen geïnterpreteerd of samengevat, waardoor je zo dicht mogelijk op de bron zit.
Dit zijn een aantal voorbeelden van primaire bronnen:
- een wetenschappelijk artikel over een zelf verricht onderzoek;
- statistische resultaten;
- enquêtes en interviews;
- juridische documenten;
- verslagen van ooggetuigen;
- foto’s en video’s die een situatie of gebeurtenis weergeven;
- geluidsopnames van een gesprek;
- een schilderij;
- een film;
- een lied;
- een autobiografie;
- een octrooi.
Voorbeeld primaire bron 1
Stel: jij wilt onderzoek doen naar een bepaald politieverhoor. Je kunt je dan het beste baseren op de primaire bron. Dat is in dit geval de geluidsopname van het gesprek of een woordelijke transcriptie ervan. Ook een ooggetuigenverslag is een primaire bron. Deze bronnen zijn betrouwbaarder dan wanneer je je verdiept in een studie van iemand anders over dit specifieke verhoor.
Voorbeeld primaire bron 2
Een ander voorbeeld van een primaire bron is een empirisch onderzoek dat je zelf verricht. Jij doet bijvoorbeeld onderzoek naar de nieuwsconsumptie onder jongeren van 15-18 jaar op een middelbare school in Den Haag. Je neemt hiervoor enquêtes af onder de doelgroep, rapporteert over de uitkomsten en beschrijft die in een onderzoeksverslag.
Jouw onderzoek is dan een primaire bron, omdat jij als onderzoeker zelf de originele gegevens deelt en interpreteert. Dit wordt niet gedaan door iemand die buiten het onderzoek staat.
Voorbeeld secundaire bron
Secundaire bronnen zijn (verzamelingen van) analyses of interpretaties van primaire bronnen. Daardoor staan secundaire bronnen verder van de primaire bron af.
Voorbeelden van secundaire bronnen zijn:
- literatuurstudies;
- reviewartikelen;
- opiniestukken;
- handboeken of bundels die studies bespreken;
- documentaires;
- nieuwsberichten (die geen ooggetuigenverslagen bevatten);
- een catalogus met kunst;
- filmrecensies;
- een boek dat iemand anders schrijft als portret over een bepaald persoon;
- blogartikelen over een bepaalde studie.
Voorbeeld secundaire bron 1
Jij bent benieuwd naar interpretaties van anderen van het politieverhoor dat je onderzoekt. Online kom je een documentaire tegen van iemand die dit verhoor interpreteert. Ook stuit je op een wetenschappelijke publicatie van iemand die verschillende bevindingen over dit verhoor bundelt. Beide zijn voorbeelden van secundaire bronnen.
Voorbeeld secundaire bron 2
Je wilt onderzoek doen naar de nieuwsconsumptie onder jongeren van 15-18 jaar. Het is binnen je plan van aanpak niet haalbaar om zelf enquêtes of interviews af te nemen. Daarom besluit je om literatuuronderzoek te doen. Je verzamelt een groot aantal artikelen over dit onderwerp, gaat die interpreteren en vergelijkt de uitkomsten met elkaar. Op basis daarvan schrijf je je scriptie.
In dit geval is jouw scriptie een secundaire bron, omdat je je baseert op interpretaties, niet op eigen resultaten.
Kun je secundaire bronnen wel gebruiken?
De voorkeur gaat dus vaak uit naar primaire bronnen, maar dat betekent niet dat secundaire bronnen helemaal niet bruikbaar zijn. Sommige secundaire bronnen zijn prima te gebruiken voor je scriptie. Zo bestaan er uitgebreide literatuurstudies die een groot aantal eerdere studies belichten. Zo’n literatuurstudie kan zeker relevant zijn voor je scriptie.
De meeste studenten gebruiken voor hun scriptie primaire én secundaire bronnen. Als je je maar bewust bent van de mogelijke vertekening in secundaire bronnen.
Wordt in een secundaire bron een bepaalde primaire bron aangehaald? Dan is het altijd goed om te kijken of je ook de bron zelf kunt bestuderen. Zo weet je zeker dat je deze bron goed interpreteert. Heb je de primaire bron kunnen inzien? Verwijs dan in de tekst ook naar die oorspronkelijke bron. Is die primaire bron niet te bekijken? Dan kun je naar de interpretatie ervan door de secundaire bron verwijzen (en de secundaire bron aanhalen in de bronvermelding). Maak wel duidelijk dat het om een interpretatie gaat.
Vergeet de juiste bronvermelding niet
Of het nu gaat om primaire of secundaire bronnen, het is belangrijk dat je de juiste bronvermelding gebruikt. Elke gebruikte bron moet een plek krijgen in de literatuurlijst en in de lopende tekst, waarbij je de bronvermelding volgens bepaalde richtlijnen opmaakt.
De meeste studies maken hiervoor gebruik van de APA-stijl. Binnen juridische opleidingen is de Leidraad voor Juridische Auteurs de gangbare verwijzingsstijl.
Je bronnen laten checken?
Een correcte bronvermelding steekt nogal nauw. Je voorkomt daarmee dat je (onbewust) plagiaat pleegt. Twijfel je of jij je bronnen correct hebt vermeld in je scriptie? Laat dan een bronnencheck doen door een van de AthenaCheck-editors. Die kijken elke bron nauwkeurig voor je na en passen je bronvermeldingen waar nodig aan. Al voor € 2,- per bron!