Empirisch onderzoek

Wat is het precies en hoe werkt het?

Empirisch onderzoek is elke vorm van onderzoek waarbij je zelf nieuwe kennis opdoet. Het is daarmee het tegenovergestelde van literatuuronderzoek. Je baseert je niet op bestaande kennis, maar verzamelt zelf data om tot conclusies te komen. Dat kun je doen met kwantitatief of kwalitatief onderzoek en er zijn allerlei soorten onderzoeksmethoden mogelijk. Lees hieronder wat empirisch onderzoek is en hoe je de juiste methodekeuzes maakt.

Wat is empirisch onderzoek?

Onder empirisch onderzoek valt al het onderzoek waarbij je zelf informatie verzamelt om een onderzoeksvraag te beantwoorden. Je baseert je dus niet op onderzoek dat door anderen is gedaan. In plaats daarvan doe je zelf onderzoek om data te verzamelen waarmee je je onderzoeksvraag kunt beantwoorden. Met die data kun je de hypotheses bevestigen of ontkrachten, onderbouwd met concrete data. 

Overigens is een literatuurstudie wel vaak onderdeel van empirisch onderzoek. In het theoretisch kader beschrijf je welke resultaten uit eerder onderzoek zijn voortgekomen. Die resultaten vormen straks de basis voor jouw hypotheses. Ook kun je op basis van eerdere literatuur onderbouwde keuzes maken over jouw onderzoeksmethode.

Voorbeeld van empirisch onderzoek

Je doet onderzoek naar de rol van een aankoopmakelaar in het wel/niet vinden van een koopwoning. Daarvoor volg je potentiële huizenkopers gedurende vier maanden. Je neemt aan het begin van die periode een enquête af, waarin je ook vraagt of de respondent een aankoopmakelaar inschakelt. Aan het eind van de vier maanden neem je nogmaals een enquête af. Je onderzoekt dan onder andere hoeveel mensen daadwerkelijk een huis hebben gevonden, hoe snel zij hun droomwoning hebben gevonden en welke rol de aankoopmakelaar daarbij heeft gespeeld. 

Je hypothese is dat mensen die een aankoopmakelaar inschakelen, vaker binnen vier maanden een huis hebben gevonden dan mensen die geen aankoopmakelaar inschakelen. Die hypothese kun je bevestigen of ontkrachten op basis van je enquêteresultaten.

Onderzoek waarbij je metingen doet op meerdere momenten (zoals in dit voorbeeld) noem je overigens longitudinaal onderzoek. Door verschillende metingen te doen, kun je mensen in de loop der tijd volgen.

Welke onderzoeksmethode gebruik je?

Empirisch onderzoek kan kwantitatief onderzoek (onderzoek waar cijfermatige resultaten uit voortkomen) of kwalitatief onderzoek zijn (onderzoek met niet-cijfermatige resultaten). Je kunt kiezen tussen verschillende onderzoeksmethoden. Ook een mix van methoden is mogelijk. 

Dit zijn de meest bekende empirische onderzoeksmethoden:

  • Enquêtes. Hiermee leg je een groot aantal mensen uit je populatie dezelfde vragenlijst voor. Deze kan kwantitatieve (meerkeuze) en/of kwalitatieve vragen bevatten.

  • Interviews. Met een interview kun je mensen uit je populatie in meer detail ondervragen over een bepaald onderwerp. Er bestaan diverse soorten interviews: van gestructureerd tot meer vrij. 

  • Focusgroep. Dit is een variant op interviews. Het idee is hierbij dat je meerdere mensen uit je doelgroep met elkaar in gesprek laat gaan over een bepaald onderwerp. Zo kom je te weten hoe zij denken over een bepaald onderwerp.

  • Experiment. Bij een experiment controleer of manipuleer je een bepaalde variabele, waardoor je het effect van die variabele op een andere variabele in een gecontroleerde setting kunt onderzoeken. Dit type onderzoek gebruik je om oorzaak-gevolgrelaties vast te stellen. 

  • Observaties. Bij observaties ga je de onderzoekspopulatie in een natuurlijke setting observeren. Je telt bijvoorbeeld hoe vaak bepaald gedrag voorkomt, houdt bij hoe mensen op elkaar reageren of observeert andere zaken die belangrijk zijn voor je onderzoek. Zowel kwantitatieve observaties (frequenties) als kwalitatieve observaties (observaties uitgedrukt in woorden of classificaties) zijn mogelijk. 

  • Case study. Dit houdt in dat je één situatie of één geval van een fenomeen in detail onderzoekt. Zo krijg je diepgaand inzicht in die specifieke case. Generaliseren is bij een case study niet mogelijk. 

Hoe pak je empirisch onderzoek goed aan?

Om empirisch onderzoek goed uit te voeren, doorloop je de volgende stappen:

  • Formuleer een concrete en goed afgebakende onderzoeksvraag, die helder maakt wat je precies gaat onderzoeken. 

  • Doe literatuuronderzoek voor je theoretisch kader. Verdiep je daarvoor in eerdere literatuur over je onderzoeksonderwerp en gebruik die om tot hypotheses te komen. 

  • Stel de eventuele hypotheses vast voor jouw onderzoek. Die kun je straks bevestigen of verwerpen aan de hand van je zelf verzamelde data. Let op: hypotheses zijn vooral bedoeld voor kwantitatief onderzoek.

  • Kies de juiste onderzoeksmethode. Stel daarvoor vast of je kwalitatieve of kwantitatieve gegevens wilt verzamelen. Bepaal vervolgens welke onderzoeksmethode goed bij jouw onderzoeksvraag past.

  • Start met de dataverzameling. Verzamel nu de kwalitatieve en/of kwantitatieve data via de gekozen onderzoeksmethode. Let er daarbij op dat je de dataverzameling op een valide en betrouwbare manier oppakt. Dit vergroot de repliceerbaarheid en reproduceerbaarheid van je onderzoek. 

  • Voer de data-analyse uit (al dan niet met behulp van statistiek). Trek op basis daarvan conclusies, die je in het conclusiehoofdstuk en discussiehoofdstuk van je scriptie laat terugkomen.

Wat zijn de voor- en nadelen van dit type onderzoek?

Empirisch onderzoek heeft de volgende voordelen:

  • Je kunt een fenomeen op een nieuwe manier onderzoeken of je kunt een ander aspect van het fenomeen onderzoeken.

  • Je krijgt op die manier nog niet bestaande resultaten en bent dus niet afhankelijk van bestaande data.

  • Je kunt een eigen onderzoeksmethode kiezen en daarbij rekening houden met betrouwbaarheid en validiteit

Er kleven ook een paar nadelen aan dit type onderzoek. Denk aan het volgende:

  • Het kost tijd en moeite om zelf een steekproef samen te stellen en de juiste data te verzamelen.

  • Het onderzoek zelf kost ook meer tijd. 

  • Het is belangrijk dat je het onderzoek (vooral bij kwantitatieve data) gestructureerd aanpakt. Dat is cruciaal om je onderzoek betrouwbaar te laten zijn. 

  • Bij een experiment verzamel je de data in een gecontroleerde setting. Dat maakt de data minder goed generaliseerbaar naar de hele populatie of naar andere situaties.

Verder hangen de voor- en nadelen af van de specifieke onderzoeksmethode die je gebruikt. Elke onderzoeksmethode heeft zijn eigen pluspunten en valkuilen.

Meer lezen over onderzoek doen?

In onze kennisbank hebben we een groot aantal artikelen staan over onderzoek doen voor je scriptie. Lees bijvoorbeeld ook meer over deze onderwerpen: