Etnografie

Hoe werkt etnografisch onderzoek precies?

Etnografisch onderzoek is een specifieke onderzoeksvorm waarbij de onderzoeker zelf onderdeel is van de groep mensen die onderzocht wordt. Op die manier kan de onderzoeker het gedrag, de meningen of gesprekken van de groep van binnenuit observeren en daar vervolgens verslag over doen. Lees hieronder hoe etnografie precies werkt en wanneer deze onderzoeksvorm passend is.

Wat is etnografie?

Etnografie is een specifieke onderzoeksvorm waarbij je kwalitatieve data verzamelt in de vorm van observaties. Het idee is dat je als onderzoeker niet van buitenaf een groep of organisatie observeert, maar er zelf deel van uitmaakt. Zo kun je nog beter zicht krijgen op bijvoorbeeld de sociale dynamiek, de gesprekken of bepaald gedrag binnen de groep.

Eerder werd etnografisch onderzoek vooral gebruikt binnen de antropologie. De onderzoeker dompelde zich dan onder in een bepaalde gemeenschap (bijvoorbeeld een bepaalde groep jongeren of een specifieke stam in een ander land). Op die manier kon de onderzoeker het gedrag en de gewoontes binnen de groep beter begrijpen.

Inmiddels wordt etnografie ook buiten de antropologie gebruikt. Je kunt er het gedrag van allerlei soorten groepen mee onderzoeken. Denk aan onderzoek naar het gedrag van medewerkers op een specifieke afdeling, jongeren op een bepaalde school, fans van een specifieke popgroep of het onderlinge gedrag van brandweermannen.

Wat zijn de voor- en nadelen?

Etnografie heeft als onderzoeksmethode belangrijke voordelen, maar brengt ook meerdere nadelen met zich mee. Zo is deze onderzoeksvorm tijdrovend en kom je als onderzoeker vaak voor ethische dilemma’s te staan.

Voordelen van etnografie zijn:

  • Je doet onderzoek binnen de natuurlijke setting zonder iets te manipuleren of controleren. Daardoor krijg je zicht op het natuurlijke gedrag binnen de groep.
  • Door jezelf niet te presenteren als onderzoeker maar deel uit te maken van de groep, kom je vaak tot unieke inzichten die zinvol zijn voor je onderzoek.
  • Je bent flexibel in de manier van onderzoek doen. Je kunt gedurende het onderzoek je methode bijsturen als dat nodig is om waardevolle data te verzamelen. Er is geen vast stramien.

Daar staan wel een paar belangrijke nadelen tegenover:

  • Etnografisch onderzoek is, zoals gezegd, heel tijdrovend. Vaak moet je eerst tijd investeren om het vertrouwen te wekken van de groep. Daarna kan het verzamelen van data ook nog veel tijd in beslag nemen, omdat je wacht totdat de groep specifiek gedrag of interacties spontaan laat zien. Reken op enkele maanden of zelfs jaren onderzoekstijd.
  • Als onderzoeker ben je waarschijnlijk enigszins bevooroordeeld, omdat je zelf onderdeel bent geweest van de groep. Dat kan het lastiger maken om objectief naar de data te kijken.
  • Als de groep weet of merkt dat jij onderzoeker bent, kunnen ze zich anders gaan gedragen. Dat beïnvloedt je resultaten.
  • Het onderzoek kan ethische uitdagingen met zich meebrengen. Is het bijvoorbeeld wel ethisch verantwoord om je te mengen in een vrij gesloten gemeenschap en daarmee mogelijk de cultuur te verstoren? Hoe ga je om met gevoelige informatie? Is het wel ethisch verantwoord om anoniem deel uit te maken van de groep of moet je je identiteit als onderzoeker kenbaar maken (en de gevolgen daarvan voor lief nemen)?

Wanneer kies je voor etnografie?

Omdat etnografie een tijdrovende onderzoeksvorm is en ethische uitdagingen heeft, is het belangrijk om goed af te wegen of deze onderzoeksvorm wel bij jouw onderzoek past. Voor een scriptie geldt vaak een strakke tijdsplanning. Daarom is het wellicht handiger om te kiezen voor interviews, een focusgroep, een enquête of literatuuronderzoek. Die onderzoeksmethoden kosten minder tijd, hoewel je data daarbij mogelijk wel minder valide zijn dan bij etnografisch onderzoek.

Ga je onderzoek doen bij een groep die moeilijk te doorgronden is? Dan is etnografie soms de enige passende optie.

Overigens kan etnografisch onderzoek heel passend zijn binnen een organisatie, bijvoorbeeld als je een scriptie schrijft over het bedrijf waar je stage loopt. Het observeren van een werkcultuur zal minder ethische obstakels met zich meebrengen dan onderzoek doen naar een etnische groep. Ook is etnografisch onderzoek in zo’n geval minder tijdrovend dan wanneer je je inmengt in een lastig te doorgronden stam.

Verschillende keuzes voor de uitvoering

Als je kiest voor etnografie, heb je een aantal keuzes te maken over de onderzoeksopzet:

  • Kies je voor een open of gesloten setting? Bij een gesloten setting zijn de grenzen van de groep duidelijk gedefinieerd en kun je alleen toegang krijgen door bijvoorbeeld lid te worden. Dit geldt onder andere als je onderzoek wilt doen naar een sekte of naar een vaste groep jongeren die altijd samen rondhangt. Bij een open setting zijn de grenzen minder duidelijk afgekaderd en kan in principe iedereen lid worden. Een voorbeeld hiervan zijn de inwoners van een bepaalde buurt.
  • Ga je actief of passief deelnemen? Bij actieve deelname probeer je je volledig te integreren in de groep die je observeert en ook hun gedrag over te nemen. Het voordeel is dat de groep je meer zal zien als één van hen. Bij passieve deelname neem je niet zelf deel aan de activiteiten van de groep, maar observeer je vanaf een afstand. Daardoor kun je nauwkeuriger observeren en blijf je objectiever. Een nadeel is dat de groep zich mogelijk anders gedraagt als ze weten dat jij hen observeert.
  • Kies je voor overt etnography of covert etnography? Bij overt etnography maak je vooraf aan de groep duidelijk dat jij de onderzoeker bent. De deelnemers moeten dan toestemming geven voor jouw onderzoek. Het nadeel is dat ze zich mogelijk anders opstellen in jouw bijzijn. Bij covert etnography observeer je de groep zonder je identiteit kenbaar te maken. Je krijgt dan mogelijk unieke informatie die je anders niet had gekregen. Aan de andere kant moet je je afvragen of het ethisch verantwoord is om de groep zonder dat zij het weten te observeren. 

Welke vorm van etnografie je ook gebruikt, je werkt bijna altijd samen met een informant. Dat is een persoon die lid is van de groep die je gaat onderzoeken en die jou toegang geeft tot de gemeenschap. Dit is bijvoorbeeld iemand met een hoge positie binnen de organisatie of een jongerenwerker die je toegang kan geven tot een groep jongeren. Informanten kunnen je ook - vanuit hun perspectief - meer informatie geven over de gemeenschap.

Hoe schrijf je een etnografie?

Nadat je de groep hebt onderzocht en uitgebreid aantekeningen hebt gemaakt, ga je je bevindingen opschrijven. Dat kun je bijvoorbeeld doen in een scriptie, proefschrift of paper. De structuur die je hanteert, hangt af van het type tekst dat je schrijft. Voor een scriptie zal je vaak de algemene scriptiestructuur volgen: introductie, theoretisch kader, methode, resultaten, conclusie en discussie. Soms is het mogelijk om hiervan af te wijken. Je scriptiebegeleider kan je hier meer over vertellen.

Het is goed om in je achterhoofd te houden dat een etnografie vaak minder wetenschappelijk geschreven zal zijn dan een verslag over een ander type onderzoek. Het onderzoek is immers vooral gebaseerd op eigen observaties en interpretaties. Vaak is de etnografie een mix van persoonlijke observaties en verklaringen uit de literatuur voor geobserveerd gedrag.

Lees meer over andere onderzoeksvormen

Etnografie is één van de diverse onderzoeksvormen die er bestaan. Maak altijd een goede afweging voordat je voor één specifieke onderzoeksmethode kiest. Lees je bijvoorbeeld ook in over de volgende onderzoeksvormen via de artikelen op onze site: