Literatuuronderzoek is een onderdeel van bijna elke scriptie. Soms is je complete onderzoek een literatuurstudie, maar vaak zie je dat studenten literatuuronderzoek doen om een theoretisch kader te kunnen schrijven. Je verzamelt dan inzichten uit bestaande literatuur om tot een probleemstelling en onderzoeksvraag te komen. Hoe pak je literatuuronderzoek goed aan? Hoe verwerk je de gevonden literatuur in je scriptie? Dit stappenplan helpt je verder.
Wat is literatuuronderzoek voor je scriptie?
Literatuuronderzoek voor je scriptie houdt in dat je bronnen over je onderzoeksonderwerp verzamelt om zo kennis op te doen over dit onderwerp. Je raadpleegt daarvoor bijvoorbeeld wetenschappelijke artikelen, boeken of online publicaties.
Je gebruikt het literatuuronderzoek meestal als basis voor je theoretisch kader. Hierin bespreek je de meest relevante studies die je hebt gevonden en zet je verschillende bronnen tegen elkaar af. Op basis van die bronnen kom je tot een probleemanalyse of tot hypotheses voor je scriptie.
Vaak zie je dat het literatuuronderzoek een opstap is naar eigen onderzoek. Je neemt bijvoorbeeld zelf nog enquêtes af, voert een experiment uit of houdt interviews. In het resultatenhoofdstuk bespreek je dan de resultaten uit je eigen onderzoek. In het discussiehoofdstuk vergelijk je jouw resultaten met de bevindingen uit de literatuur.
Je kunt er ook voor kiezen om voor je scriptie alleen een literatuurstudie te doen. Dit noem je een systematic literature review of een narrative review. Je pakt de vergelijking van publicaties dan systematisch aan en gebruikt de gevonden literatuur om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
Voorbeeld literatuuronderzoek (voor het theoretisch kader)
Stel: jij wilt een experiment opzetten waarin je test welke invloed suiker eten in de vroege ochtend heeft op de concentratie van studenten. Je bent benieuwd wat eerdere literatuur over de relatie tussen suiker en concentratie zegt. Daarom doe je literatuuronderzoek.
Je gaat via Google Scholar en de universiteitsbibliotheek op zoek naar relevante bronnen. Dat doe je via een zoekopdracht met bepaalde zoektermen. Zo kom je bijvoorbeeld tot twintig verschillende bronnen. Daarbij maak je op basis van de titels en abstracts een selectie van de meest relevante artikelen. De geselecteerde artikelen lees je daarna uitgebreider door en vergelijk je met elkaar.
Uiteindelijk selecteer je de meest relevante informatie uit de bronnen en verwerk je die tot een theoretisch kader. Uit de meeste bronnen blijkt dat suiker in eerste instantie leidt tot een betere concentratie, maar na verloop van tijd juist de concentratie verslechtert. Op basis van die bevinding formuleer je je hypotheses voor je eigen onderzoek.
Hoe pak je literatuuronderzoek aan?
Er is heel veel literatuur beschikbaar, waardoor het best lastig kan zijn om te bepalen welke publicaties je wel en niet meeneemt in het theoretisch kader. Hoe je daarin keuzes maakt? Dit stappenplan helpt je om het literatuuronderzoek goed op te zetten.
1. Lees je eerst goed in
Je hoeft niet direct te bepalen welke literatuur je voor het onderzoek wilt gebruiken. Lees eerst een paar recente publicaties over jouw scriptieonderwerp. Kies daarbij artikelen die niet te oud zijn en die door een bekende naam uit het vakgebied zijn geschreven. Dan weet je zeker dat het een goed beeld geeft van het onderzoeksveld.
Informeer ook zeker bij je scriptiebegeleider of bij docenten naar goede literatuur over jouw onderwerp. Wie weet komt daar nog een interessant artikel uit naar voren.
Noteer tijdens het lezen van die eerste artikelen al dingen die je opvallen of mogelijk interessante zoektermen. Denk daarnaast alvast na over criteria om artikelen in te sluiten of juist uit te sluiten bij je selectie. Dat komt later misschien nog van pas.
2. Stel vast welke zoekcriteria je gaat gebruiken
Met het lezen van die paar artikelen ben je er nog niet. Het is belangrijk om verschillende bronnen te bespreken voor het literatuuronderzoek. Omdat je niet alle beschikbare bronnen kunt meenemen, moet je een aantal zoekcriteria vaststellen waarmee je specifiek tot artikelen komt die goed bij jouw onderzoeksvraag passen. Met die criteria bepaal je welke bronnen je wel en niet selecteert voor het literatuuronderzoek.
Je kunt bijvoorbeeld denken aan de volgende criteria:
-
Je gebruikt alleen literatuur die is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften.
-
Je zoekt enkel naar publicaties van maximaal 5, 10 of 15 jaar oud.
-
Alle publicaties moeten in het Engels of Nederlands geschreven zijn.
-
Het moeten publicaties zijn die via Google Scholar of via de universiteitsbibliotheek gratis beschikbaar zijn.
-
De bronnen moeten minimaal een X aantal keer geciteerd zijn.
3. Bepaal de zoektermen waarop je gaat zoeken
De juiste literatuur komt niet zomaar bovendrijven in Google Scholar. Het is belangrijk dat je passende zoektermen gebruikt om relevante literatuur te vinden. Deze tips helpen je daarbij:
-
Gebruik de belangrijke kernwoorden die in je probleemstelling en onderzoeksvraag voorkomen.
-
Kijk of je tijdens het doorlezen van de eerste bronnen belangrijke kernwoorden tegenkomt en noteer die alvast. Soms staan de keywords ook apart opgesomd onder het abstract van het artikel.
-
Bedenk synoniemen voor de gevonden kernwoorden. Stel: jij doet onderzoek naar de invloed van suiker op de concentratie. Dan kun je zoeken op ‘suiker’ maar ook op ‘glucose’. Naast ‘concentratie’ kun je ook zoeken op ‘focus’. Synoniemen bedenken is vooral belangrijk als je onderzoek doet naar een onderwerp dat nieuw is of waar nog niet zoveel onderzoek naar is gedaan. Zonder die synoniemen krijg je dan niet genoeg hits.
Noteer al deze zoektermen in een apart document. Dan kun je ze altijd terugvinden als je ze nog een keer nodig hebt. Bestaat jouw scriptie volledig uit literatuuronderzoek? Dan is het vaak ook nodig om de gebruikte zoektermen en zoekcriteria in het methodehoofdstuk te benoemen.
Voor het onderwerp ‘de impact van suiker eten in de vroege ochtend op de concentratie van studenten’ kun je bijvoorbeeld denken aan deze zoekterm: ((glucose) OR (suiker)) AND ((focus) OR (concentratie)) AND (studenten). Je gebruikt het woord ‘AND’ tussen twee verschillende zoektermen die je wilt combineren en ‘OR’ voor synoniemen.
4. Verzamel de juiste literatuur
Als je de zoekcriteria en zoektermen helder hebt, kun je de literatuur gaan verzamelen. Vaak gebruik je hiervoor online bronnen. Dit zijn de belangrijkste plekken om deze bronnen te vinden:
-
Google Scholar;
-
de online bibliotheek van je universiteit of hogeschool;
-
een online bibliotheek of database binnen een bepaald vakgebied (zoals PubMed bij geneeskunde);
-
JSTOR (een online bibliotheek met alle wetenschappelijke tijdschriften, boeken en primaire bronnen).
Een goede manier om literatuur te vinden, is de sneeuwbalmethode. Dit houdt in dat je de literatuurlijst van interessante gevonden publicaties bekijkt en eventuele interessante bronnen die daarin staan ook bekijkt. Daarnaast kan het betekenen dat je suggesties voor andere artikelen (onderaan een artikel) leest. Je rolt dus van het ene artikel in het andere artikel.
Ook kun je zoeken op de naam van een auteur van een artikel. Heb je een relevant artikel gevonden? Kijk of dezelfde auteur misschien meer artikelen heeft gepubliceerd. Wie weet zitten daar nog andere relevante publicaties bij.
Sla alle gevonden literatuur op je harde schijf op en noteer ook de links van de publicaties. Dan kun je ze later makkelijk terugvinden. EndNote is hier ook een handige tool voor. Daarin kun je een mapje maken met alle relevante artikelen voor je scriptie. Vaak kun je EndNote via je onderwijsinstelling gratis downloaden.
5. Beoordeel of de literatuur relevant is
Nu je veel (mogelijk) interessante bronnen hebt gevonden, is het een kwestie van selecteren. Daarvoor ga je beoordelen in hoeverre de literatuur interessant en relevant is voor jouw specifieke onderzoeksvraag. Uiteindelijk neem je alleen bronnen mee die aan je belangrijkste criteria voldoen en relevant zijn.
Let voor je selectie bijvoorbeeld hierop:
-
Bekijk de titels van de artikelen. Dit is een snelle manier om artikelen te selecteren.
-
Lees de samenvatting van de bron om te bepalen of de publicatie relevant is voor je onderzoeksvraag of probleemstelling.
-
Gebruik websites en blogs liever niet als bronnen, tenzij ze door gerenommeerde organisaties (zoals de Belastingdienst, de Kamer van Koophandel of het Centraal Bureau voor de Statistiek) zijn geschreven.
-
Check hoe vaak bronnen zijn geciteerd. Bronnen die vaak zijn geciteerd, zijn waarschijnlijk van goede kwaliteit.
-
Onderzoek of de auteur vaker naar dit onderwerp onderzoek heeft gedaan en erover heeft geschreven. Ook dat is een signaal dat het waarschijnlijk een kwalitatief artikel is.
-
Check ook bij welke instelling de auteur is aangesloten. Is het een onderzoeker van een universiteit, hogeschool of onderzoeksinstelling? Als dat het geval is, wijst dat ook op een betere kwaliteit.
-
Gebruik bij voorkeur artikelen die niet te oud zijn. Anders heb je kans dat de informatie niet meer up-to-date is.
-
Lijken twee publicaties erg op elkaar en zijn de onderzoeksopzet en resultaten nagenoeg gelijk? Overweeg dan om maar één van die twee publicaties mee te nemen in je literatuuronderzoek of bespreek ze samen.
6. Lees de literatuur in detail en verwerk deze in je scriptie
Zodra je de belangrijkste bronnen hebt geselecteerd, ga je deze uitgebreid doornemen. Maak tijdens het lezen aantekeningen in een Word-document en vermeld daarbij direct de bron waar die aantekeningen vandaan komen. Dan kun je later makkelijk terugvinden wat de bron is. Een andere manier om notities te maken, is door het artikel in Adobe PDF Reader te openen en digitale markeringen aan te brengen.
Vervolgens verwerk je de informatie uit het literatuuronderzoek in het theoretisch kader of in de probleemanalyse van je scriptie. Als je een systematic literature review schrijft, verwerk je de bevindingen uit de literatuur in het resultatenhoofdstuk.
Lees de bronnen altijd kritisch door en stel jezelf vragen tijdens het doorlezen. Hoe is het onderzoek bijvoorbeeld uitgevoerd? Welke theorieën zijn er gebruikt? Wat zijn de conclusies? Komen de resultaten en conclusies overeen in de verschillende artikelen of zie je verschillen? Is het onderzoek goed uitgevoerd of zijn er kanttekeningen bij te plaatsen?
Bij het beschrijven van het literatuuronderzoek in je scriptie kun je de bronnen thema voor thema bespreken. Ook kun je bronnen groeperen die eenzelfde soort methode hebben gebruikt. Een andere optie is om de bronnen in chronologische volgorde te bespreken.
7. Zet bij elke bron de juiste bronvermelding
Je kunt het beste al tijdens het uitwerken van je literatuuronderzoek bij elke zin of fragment vermelden uit welke bron het afkomstig is. Dat maakt het makkelijker om later de juiste bronvermelding toe te voegen. Het is belangrijk dat je dit niet vergeet. Als je een parafrase of citaat in je scriptie zet zonder een correcte bronvermelding, dan is dat plagiaat.
Lees op onze site hoe je een bronvermelding in de lopende tekst opneemt en hoe een literatuurlijst in APA-stijl eruitziet. APA is de meest gebruikte stijl voor bronvermeldingen. Daarnaast bestaat onder andere de Leidraad voor Juridische Auteurs. Deze wordt bij veel rechtenstudies gebruikt.
Jouw bronnen laten nakijken?
Voorkom plagiaat door direct de juiste bronvermelding bij elke bron te zetten. Onze gratis bronnengenerator helpt je daarbij. Je hoeft alleen de gegevens van een bron in te vullen. Dan krijg je van de generator automatisch de juiste vermelding.
Wil je zeker weten dat je alle bronnen correct hebt genoteerd? Laat dan een bronnencheck doen. Onze editors kunnen al voor een klein bedrag per bron uitgebreid checken of jouw bronnen correct vermeld zijn. Zo ben je zeker dat je goed zit!